
Regular verbs
Zoals in Nederlands heeft het Engels regelmatige en onregelmatige werkwoorden. We focussen ons in dit deel op de regelmatige werkwoorden, ofwel de 'Regular Verbs'.
Hoe vorm je een regular verb in the Past Simple?
Regular verbs
De vorming van een regular verb in the Past Simple is niet zo moeilijk. Je kijkt eerst naar het volledig werkwoord (de infinitief), je neemt de stam daarvan en voegt er '-ed' aan toe.
Voorbeelden:
Infinitief: to wish
Stam: wish
Past simple: wished
Zin: I wished for a bike.
We nemen nog een voorbeeld.
Infinitief: to accept
Stam: accept
Past simple: accepted
Zin: He accepted my apology.
In de video hieronder wordt alles nog eens duidelijk uitgelegd.
LET OP:
Er zijn echter uitzonderingen in de schrijfwijze van bepaalde werkwoorden. Een werkwoord kan een regular verb zijn, maar de schrijfwijze verandert. Zo kan het zijn dat je enkel -d toevoegt in plaats van -ed, omdat het werkwoord al op een -e eindigt. Het kan ook zijn dat de laatste letter van de stam verdubbelt of als een werkwoord met -y eindigt, dit verandert naar -ie.
Hieronder staan een paar voorbeelden:
Eindigt de stam op een -e, voeg je enkel -d toe.
Werkwoord: to live
Stam: live
Past simple: lived
Eindigt de stam met een -y, verandert dit naar -ie en voeg je enkel -d toe.
Werkwoord: to fry
Stam: fry
Past simple: fried
UITZONDERING:
Bij woorden zoals to beg, to control, to rub, to clap, to drag, to travel, to stop, to chat verdubbelt de laatste letter van de stam.
Werkwoord: to travel
Stam: travel
Past simple: travelled
Vervolg
Nu je dit onder de knie hebt, kan je er oefeningen op maken. Druk op de knop beneden om naar de oefeningen te gaan of ga meteen naar de Irregular verbs om daarna de oefeningen te maken.